zondag 30 december 2012

Op visite bij Kim Jong-un deel 4

In deel 3 las u hoe ik naar Sinuiju zwom. Leest u verder over mijn eerste stappen in Noord-Korea in het vervolg van Op visite bij Kim Jong-un.

Ik hink nu op twee gedachten: terug zwemmen naar Dandong of een kijkje nemen in Sinŭiju. Mijn nieuwsgierige karakter laat me niet in de steek en ik besluit Noord-Korea van dichtbij te inspecteren. Het is een redelijk heldere nacht  en ik zie de contouren van een grote loods voor me. Slechts twintig meter verderop aan mijn linkerzijde zie ik iemand een sigaret opsteken. Dit moet iemand van de grensbewaking zijn. De persoon komt mijn richting uit en ik schiet de grote loods in. In de loods ruikt het enorm naar olie. Door een kier in de loods kijk ik naar buiten en zie een vrouw in uniform staan. Met haar rechterarm klemt ze een geweer vast tegen haar lichaam en in haar linkerhand houdt ze een sigaret vast. Ik besef me ineens wat ik aan het doen ben en raak lichtelijk in paniek. Als ze me ziet dan zit ik zwaar in de problemen. De vrouw draagt een bruine jas met goudkleurige knopen en op haar kraag is een rood embleem bevestigd. De soldaat beweegt een kwartslag en ik zie een scherpe bajonet bevestigd aan de voorzijde van haar geweer. Op haar muts is een rode ster te ontwaren. Uit de verte hoor ik geroezemoes in het Koreaans komen. De vrouwelijke soldaat voor mij schiet vakkundig haar sigaret weg en loopt in de richting waar de stemmen vandaan komen. Ik kijk om het hoekje van de loods en zie een groep van ongeveer tien grenswachten staan. Ik moet me snel uit de voeten maken, voordat ik hier ontdekt wordt.

Noord-Koreaanse grenswachten 
Ik loop om de loods heen richting het zuiden en tref vier soortgelijke loodsen aan vol met roestige scheepsonderdelen. Het is ijzig stil. Voor mij ligt een betonnen pad. Aan weerzijden van het pad staan gebouwtjes met machines en opslagruimtes met meer scheepsonderdelen. Het is lastig adem te halen, want de geur van benzine en olie is zwaar aanwezig. Het is doodstil en er is hier geen levend wezen te bekennen. Na een minuut of twee voorzichtig doorlopen zie ik de eerste huizen verschijnen. Ik moet nu erg voorzichtig zijn. Elk moment kan ik oog in oog staan met een nietsvermoedende Noord-Koreaan die alarm kan slaan. De huizen staan dicht op elkaar gebouwd en zien er verweerd uit. Zonder licht van lantaarnpalen probeer ik mijn weg te vinden. 

Ik loop een nauw steegje in en hoor een vrouwenstem zingen. Iets verder schijnt zwak licht door een raam. Zachtjes nader ik het licht en het gezang wordt luider. In het steegje is het huis met het vrouwengezang het enige huis waar licht brandt. Het moet al vrij laat zijn en ik neem aan dat de buren al op één oor liggen. Ik sta nu naast het raam waar het licht vandaan komt. Het raam is smoezelig, maar door de vuile ruit zie ik op een tafel een kaars branden. Ik tuur verder de kamer in en op de grond zie ik een vrouw zitten in kleermakerszit. In haar schoot rust het hoofd van een man die languit in de kamer ligt. Zijn gezicht vertoont een glimlach, de man moet blij zijn. Ik ben hier toeschouwer van een blij tafereel en ik zou zo graag de reden van deze blijheid willen weten. Terwijl de vrouw een melancholisch klinkend lied aanheft, streelt ze het hoofd van de man. Door de warme nacht, draagt de man enkel wit ondergoed, terwijl de vrouw een lichtblauw gewaad draagt. Ik richt me wat op om wat beter de kamer in te kunnen kijken en verlies daarbij mijn balans. Met een harde plof val ik op wat opgestapelde tegels onder het raam. Direct hoor ik in het huis de man in het Koreaans iets tegen zijn vrouw roepen. Het is zaak om me zo snel mogelijk uit de voeten te maken. Ik sta op en de voordeur zwaait open. Ik zie het verbaasde gezicht van de Noord-Koreaanse man, die ik net nog glimlachend in de schoot van zijn vrouw zag liggen. Hij kijkt mij aan in het duister en heeft direct door dat ik te blank en te groot ben voor een Noord-Koreaan. De man schreeuwt wat naar me en uit paniek zet ik een flinke spurt in, het steegje uit, de hoek om en ik ren zo hard als ik kan door allerlei straatjes richting het zuiden totdat ik na een minuut of vijf bij een weiland aankom. Buiten adem verschuil ik mij in het hoge gras van het weiland en wacht tot de kust weer veilig is. 

Deel 5 van Op visite bij Kim Jong-un staat inmiddels ook online.

zondag 23 december 2012

Chaos in Londen op Boxing Day

Duurbetaalde Londense metrobestuurders staken op tweede kerstdag en veroorzaken chaos in de Britse hoofdstad door het metronetwerk plat te leggen.

Tweede kerstdag is het weer raak in Londen. Op Boxing Day gaan de Londense metrobestuurders weer eens staken. Het lijkt inmiddels een traditie te worden, want dit is het derde jaar op rij dat het metronetwerk plat wordt gelegd door een staking op tweede kerstdag. Vakbond ASLEF (Associated Society of Locomotive Engineers and Firemen) is verantwoordelijk voor de staking en verlangt 300% loon en een extra vakantiedag voor werken op tweede kerstdag voor haar leden. Deze eis is afgewezen door Transport for London (TfL), de overheidsinstantie verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in Londen.

Boxing Day 2013: Londen metro op slot
Het gemiddelde salaris per jaar van een Londense metrobestuurder is met 46.000 pond ruim 19.000 pond meer dan het gemiddelde salaris van een Londenaar en twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde. De best betaalde Londense metrobestuurder verdient zelfs 61.218 pond op jaarbasis. Voor dat salaris zou ik zonder klagen op tweede kerstdag willen werken en zou ik er zelfs geen probleem van maken om op eerste kerstdag ook nog eens te werken.

ASLEF heeft de mogelijkheid om Londen volledig plat te leggen en houdt Londen door een staking in gijzeling. Veel Londense voetbalteams spelen op tweede kerstdag en zullen minder bezoekers verwelkomen. Tweede kerstdag betekent voor veel winkeliers totale uitverkoop waardoor veel geld verdient kan worden. Door de staking zal de plaatselijke middenstand nu ook vele miljoenen mislopen, doordat winkelend publiek niet de stad in kan. En vele Londenaars zullen gewoon moeten werken, net als de metrobestuurders en het zal een hele klus worden om die dag op je werk te verschijnen.

Om negen uur ’s ochtends word ik ook op mijn werk verwacht op tweede kerstdag. Normaliter is het voor mij een reis van vijftig minuten met de metro om van Oost-Londen naar Wembley te reizen. Zonder metro ben ik op de bus aangewezen en dan duurt een rit circa drie uur met een aantal maal overstappen. Dan 8 uur werken en dan weer met de bus naar huis. Het zal een lange dag worden.

Het is een schande dat ASLEF zulke verregaande maatregelen neemt om een punt te maken en meerdere stakingen in januari 2013 staan al gepland. Metrobestuurders maken zich hiermee nog onpopulairder dan ze al waren. Er is maar één manier om dit probleem in de toekomst te vermijden en dat is het introduceren van bestuurderloze metro’s. De Dockland Light Railway (DLR) in Oost-Londen, een bovengronds metrosysteem, rijdt al met succes rond zonder bestuurders. In Kopenhagen, Parijs, Barcelona, Seoul en vele andere steden zijn er bestuurderloze metro’s en het wachten is tot Londen volgt. Het bedrag dat bespaart wordt aan lonen voor metrobestuurders kan mooi gebruikt worden om de prijs voor een ritje met de metro te reduceren. 

Image from: http://www.thetimes.co.uk/tto/news/uk/article3010436.ece

zaterdag 22 december 2012

Op visite bij Kim Jong-un deel 3

Beste lezers, ga er maar even voor zitten, want hier komt deel 3 van het bloedstollende verhaal 'Op visite bij Kim Jong-Un'. In deel 2 kom ik aan in Dandong, China en ik beloof u dat het nu echt spannend gaat worden. 

Opeens krijg ik een idee gevolgd door een enorme adrenalinestoot. Ik begraaf mijn portefeuille, telefoon en sleutels onder wat aarde van een perkje met struikgewas  en sprint richting de waterkant. Ik kijk om me heen en zie niemand. Met één hand houd ik een gedeelte van een metalen hekwerk vast, terwijl mijn andere hand op de stenen waterkant rust. Ik kijk nogmaals op en zie niemand aanwezig op de boulevard. Ik moet nu snel zijn en laat me zakken. Mijn gympen worden nat en ik probeer me zo geruisloos mogelijk in het water van de Yalu rivier te laten zakken. Het kost wat kracht, maar ik hang nu al tot m’n kruis in het water. Ik houd het niet meer en laat me gaan. Ik ga kopje onder, maar ben in een fractie van een seconde weer met m’n hoofd boven water. Ik blijf een minuut of twee wachten, totdat ik zeker weet dat niemand mij gehoord of gezien heeft. Het water voelt nog warm aan van de zon. Vanavond gaat het gebeuren, ik zwem naar Noord-Korea.  

Yalu rivier bij nacht tussen Dandong en Sinŭiju
Langzaam zet ik mij af van de kant. Zwemmen met schoenen aan is lastig, maar ik houd ze aan, omdat ik niet weet wat me aan de overkant staat te wachten. Vanaf de kant hoor ik Chinees gekeuvel. Ik hoop dat het een verliefd stelletje is, dat alleen oog heeft voor elkaar. Het is zo’n honderd meter naar de overkant en heb als jonge vent veel langere afstanden gezwommen, maar met  de spanning om gezien te worden, is het nog een hele kluif. Die vervelende gympen maken het ook niet makkelijker. De stroming is gemoedelijk en ik bevind me nu al zo’n 20 meter vanaf de kant. Nog even doorzetten. Ik hoor nu een grote groep mensen aan komen lopen ter hoogte van waar ik het  water ben ingegaan. Het zijn Amerikanen. ‘I’ve got the yellow fever. Man, that waitress was smoking hot’, hoor ik iemand roepen. ‘Yellow Fever is better than Black Death’, roept een ander. ‘You racist motherfuckers’, hoor ik een derde persoon zeggen en de groep mannen buldert van het lachen. Als ze me in het water zien, gaan ze zeker naar me staan schreeuwen. Er zit niets anders op en met een ferme slag duik ik naar beneden. Onderwater maak ik krachtige zwembewegingen, om zoveel afstand af te leggen. Na een meter of tien schreeuwt mijn lichaam om zuurstof en ik kom langzaam boven drijven. Ik hap snel naar adem en duik weer het donkere water in. Tien meter verder duik ik weer op. Langzaam draai ik me om in het water en kijk naar de boulevard in Dandong. De Amerikanen hebben mij niet gezien. 

Geruisloos probeer ik verder te zwemmen. Officieel moet ik nu al in Noord-Korea zijn, want ik ben halverwege de rivier. Ik twijfel even of ik verder zal gaan, maar ik spoor mijzelf aan en vervolg mijn weg. De laatste vijftig meter gaan me makkelijk af. De Noord-Koreaanse zijde van de rivier is gehuld in duisternis en met een rustige schoolslag zwem ik langzaam en zo stil mogelijk naar de waterkant. Ineens wordt het water ondieper en kan ik niet meer verder. Voor mij ligt een meter of tien aan drassige grond, vanwege de lage waterstand van de rivier. Ik besluit als een soldaat te tijgeren en beetje bij beetje nader ik de waterkant van de Yalu rivier aan Noord-Koreaanse zijde. Ik richt mijzelf op en zet voet op Noord-Koreaanse bodem. Een moment van trots vervult mij.

Klik hier voor deel van 4 van 'Op bezoek bij Kim Jong-un.'

dinsdag 18 december 2012

Op visite bij Kim Jong-un deel 2

In deel 1 heeft u de spannende treinreis van Dalian naar Dandong kunnen lezen. Ik weet dat u reeds overloopt van spanning en daarom zal ik u het vervolg niet langer onthouden. Installeer u in uw favoriete leesstoel en lees snel verder hoe ik mij dichterbij Noord-Korea begeef. 

Net buiten het treinstation van Dandong word ik begroet door een reuzenstandbeeld van Mao Zedong. Mijn uitgeprinte kaartje van de omgeving brengt uitkomst om mijn hotel te vinden. Een paar minuten van het treinstation vandaan is het Ruixin Zhonglian Business hotel. Ik check mijzelf in bij een vriendelijk ogende receptioniste die haar best doet om Engels te spreken. Het is vertederend en ik doe mijn best om Chinees met haar te spreken. Ze dirigeert mij naar kamer vijftien op de tweede verdieping. Via de kitscherige aankomsthal neem ik de lift naar de tweede verdieping en vind ik kamer 15. De kamer is simpel, maar schoon. 28 euro voor twee nachten is een prima prijs. Mijn paspoort en wat geld verstop ik een sok, die ik wegmoffel in mijn rugtas en onder mijn bed stop. Ik neem een snelle douche en hijs mij in een schone korte broek en t-shirt. Op mijn afgetrapte gympies spoed ik mijzelf naar buiten, naar de Yalu rivier. Het is nog steeds een graad of 20 als ik buiten kom. 

Standbeeld Mao Zedong vlakbij treinstation Dandong, China
Het is negen uur en ik moet nodig wat eten. Ik kan mijn gevoel van honger onderdukken, omdat ik eerst Noord-Korea wil zien, voordat het donker wordt. Slechts een paar minuten lopen van het hotel doemt de Yalu rivier op. Aan de rechterzijde zie ik de Vriendschapsbrug tussen Dandong en Sinŭiju en recht voor mij ligt Noord-Korea, op nog geen honderd tot honderdvijftig meter afstand. Het enige wat tussen mij en Noord-Korea instaat is de rivier Yalu. Een siddering gaat door mij heen.

Ondanks dat het begint te schemeren zie ik aan de overkant nog steeds Noord-Koreanen rondlopen. Ik zie een grenspatrouille voorbij marcheren, terwijl een man wat aan zijn roestige boot loopt te sleutelen. Wat meer naar links zie ik twee kinderen ravotten met een hond. Morgen moet ik dichterbij zien te komen en ik neem aan dat er Chinese ondernemers zijn die mij met een bootje dichterbij Sinŭiju kunnen brengen. Het loopt tegen tienen en bij een kraampje haal ik wat eten dat van de barbeque afkomt. De verkoper spreekt geen Engels en ik weet niet precies wat ik koop, maar het smaakt prima. Nadat mijn honger gestild is en ik een flesje ‘Yalu River’ bier achterover heb geslagen begint het donker te worden. Er zijn weinig mensen die zich nog bevinden op de verlichte boulevard naast de Yalu-rivier.

Ik blijf turen naar de Noord-Koreaanse zijde om een teken van leven te ontdekken. Achter mij is Dandong  verlicht met neonlampen en reclamezuilen. Zelfs het Chinese gedeelte van de Vriendschapsbrug is verlicht met neonverlichting. Het Noord-Koreaanse gedeelte van de brug blijft aarde donker en aan de overkant van de Yalu-rivier is niets meer waar te nemen. Noord-Korea is gitzwart. 

Klik hier voor 'Op visite bij Kim Jong-Un' deel 3

zondag 16 december 2012

Op visite bij Kim Jong-un deel 1

Om kwart voor negen ‘s ochtends neem ik plaats op één van de stoelen in de wachtruimte van het treinstation van Dalian, voor de trein van Dalian naar Dandong. De trein staat gepland om te vertrekken om 9.37 uur. Mijn vrouw is meegekomen om mij uit te zwaaien en ervoor te zorgen dat ik de juiste trein neem. Ze wijst me de juiste ingang aan voor de trein aan en spreekt me nog eens toe dat ik voorzichtig moet zijn met mijn geld en dat ik me moet gedragen. Ik beloof dit en kus mijn vrouw gedag en zie haar verdwijnen op weg naar de kledingmarkt naast het treinstation.


Interieur trein Dalian - Dandong 
Rond twintig over negen zie ik de Chinezen om mij heen opstaan. Het is tijd om aan boord van trein K7339 te gaan. Ik laat mijn treinkaartje zien aan de treinbeambte en mag doorlopen via een trap naar het perron beneden. Op het perron laat ik mijn treinkaartje nogmaals zien en word ik doorverwezen in gebaar naar een wagon verderop. Een oude logge trein staat op mij te wachten. Ik klim aan boord en hoor tientallen Chinezen door elkaar heen praten. Ik wandel rustig naar mijn plaats toe. Mijn schoonvader heeft voor mij een ‘hardsleeper’ geboekt, een twee meter lange houten plank met een dun matrasje. Boven mij zijn nog twee ‘hardsleepers’ bevestigd en ik vraag me af hoe je op het bovenste bedje comfortabel kan liggen. Aan mijn rechterzijde bevinden zich eveneens drie bedden boven elkaar. De Chinezen in mijn compartiment keuvelen wat met elkaar en ik knik vriendelijk als ze mij aankijken. De trein vertrekt stipt op tijd en over een uur of tien kom ik aan in Dandong, in het noordoosten van China. Met een express bus kan ik de tijd halveren, maar mijn wagenziekte is vrij ernstig. Ik verkies daarom een tweemaal zo lange rit in een trein op een houten plank boven een kortere busrit met braakneigingen.

De reis naar Dandong verloopt voorspoedig. Ik slaap wat, lees wat en eet het zelfgebakken brood, dat mijn schoonmoeder voor mij gemaakt heeft. Voor zo’n twaalf euro is dit niet eens zo’n hele slechte reis. In de Chinese stad Dandong is het mogelijk een glimp op te vangen van Noord-Korea. Dandong ligt aan de rivier Yalu en aan de overzijde van de rivier ligt de Noord-Koreaanse plaats Sinŭiju. Helaas ben ik niet zo gefortuneerd om een georganiseerde tour van zestienhonder euro naar Pyongyang vanuit Beijing te kunnen betalen en daarom is een reis naar Dandong mijn enige optie om zo dicht mogelijk bij het geheimzinnige Noord-Korea te komen. De trein dendert gestaag voort door het Chinese landschap en stopt zo nu en dan om meerdere reizigers op te pikken. Om twintig over zeven ’s avonds, na een reis van zeshonderd kilometer, stopt de trein dan eindelijk in Dandong. Ik pak mijn rugzak en volg de Chinezen naar de uitgang van het station. Het begint me te dagen dat ik nu vlakbij Noord-Korea ben en een opgewonden gevoel maakt zich van mij meester.

Klik hier voor Op visite bij Kim Jong-un deel 2.

Image from: http://www.panoramio.com/photo/58030256